(Dit verhaal berust compleet op fantasie. Gelijkenissen of overeenkomsten met andere mensen en buurten berusten volledig op toeval.)
De meeste wijken hebben een buurtsuper. Wij hebben een buurtmama.
Alle kinderen weten de weg naar haar te vinden, zijn welkom, zijn stapelgek met haar. Alle kinderen kunnen het van haar hebben als ze de wind van voren krijgen, op niet mis te verstane wijze en in zeer duidelijke taal. Waar de meesten van ons een grote bek terug krijgen, staren ze haar schuldig aan en beloven ijverig beterschap.
De volwassenen weten de weg naar haar te vinden wanneer ze met een probleempje zitten, wanneer de koffiefilters op zijn, wanneer de auto niet start of wanneer ze het even niet meer weten met hun kinderen. Ze kan met iedereen en iedereen kan met haar.
Ze is ook nog eens kapster, heeft een zaak, dus ze ontvangt de hele wijk om de bosjes weer eens bij te werken en blijft zodoende ook op de hoogte van alles wat er speelt in de wijk. Er gebeurt niets, zonder dat onze buurtmama er niet ook vanaf weet.
Haar tuin ligt strategisch op een hoek van een kruispunt en deze is dan ook vaak een verzamelpunt van alle kinderen uit de buurt. Tot ergernis van sommige anderen. Die zien in deze bonte verzameling kinderen van alle leeftijden, die allemaal leuk, gezellig en probleemloos met elkaar een balletje trappen, een soort hangjeugd.
Gek genoeg vinden ook alle gewonde, verlaten en zoekgeraakte dieren de weg naar onze buurtmama. Er kan zich nergens eentje verstoppen of onze buurtmama of haar kinderen vinden ze. Tot wanhoop soms van manlief, want die ziet de bui alweer hangen en bereidt zich voor om weer eens een hokje of een kooi in elkaar te moeten timmeren voor het arme diertje.
Ze is zelf ook van alle markten thuis en draait haar handen er niet voor om, om zelf ook aan de knutsel te slaan. Ze maait, knipt, trimt, zaagt, timmert, schuurt, verft, tilt, sleept, bouwt en verbouwt.
Je zou een stevige kenau van een vrouw verwachten met benen als boomstammen, maar ze is het tegendeel daarvan. Slank en fijn gebouwd met spierballen en een klein koppie. Ze heeft haar op haar tanden en weet haar zegje te doen. Ze is niet bang voor een confrontatie en wanneer ze denkt dat er onrecht wordt aangedaan vecht ze als een leeuwin om dat te voorkomen.
Ik bekijk haar met bewondering en zou soms willen dat ik een beetje op haar leek. Aan de andere kant zou ik er niet aan moeten denken om continue al die aanloop aan huis te hebben en al die verhalen aan te horen. Ik ben teveel gesteld op mijn privacy en mijn rust.
Soms vraag ik me weleens af of ze zelf ook niet af en toe snakt naar een beetje rust, een time-out. Het nadeel wanneer iedereen je weet te vinden, wanneer je drempel zo laag is en wanneer je de deur altijd open hebt staan, is dat je bijna nooit meer alleen bent. Maar misschien is dat ook haar ding niet. Misschien is zij er zo eentje die energie krijgt van het energie geven.
Toch zou ik soms eens tegen haar willen zeggen: Doe de deur op slot, de gordijnen dicht, trek de telefoon eruit en ga eens languit op die bank liggen. Gewoon voor een uurtje. Ga zappen, lees een goed boek, staar voor je uit, maar neem eens tijd voor jezelf. Dat mag best.
*