Vértrouwen

Hebbes!

Yes! Ik heb een geweldig kledingpakket voor J. gescoord op Finn (de Noorse Marktplaats). Daar kan hij de komende herfst en winter mee vooruit. Ik reken mezelf rijk met al het geld dat ik bespaar door tweedehands te kopen en bedenk tevreden dat ik mijn kost weer verdiend heb deze week. Dat ik niet bijdraag aan ons inkomen blíjft nou eenmaal een gevoelig puntje voor me, ook al is het een bewuste, gezamenlijke keuze. Ik boon nou eenmaal liever mijn eigen dopjes. Of is het nou andersom?

Vergroeid

J. groeit als kool en heeft in de afgelopen zes maanden twee ruime maten grotere voeten gekregen. Daardoor ben ik door zijn hele kledingbudget, alsmede gelijk ook maar door die van zijn zusje, van mij en manlief heen. Een paar sandalen, waterschoenen, laarzen, winterlaarzen, gymschoenen voor op school, sportschoenen voor buiten, binnenschoenen, (op school moeten ze binnenschoenen aan en mogen ze niet met hun dagelijkse schoenen naar binnen) wandel-/bergschoenen en nette schoenen. En daar is hij nu dus al twee keer uitgegroeid in het afgelopen half jaar. Doe de gemiddelde Scapinoprijs keer twee en tel er dan nog een paar tientjes bij op en je hebt een idee van het vermogen wat we kwijt zijn voor al die schoenen. Schoenen koop ik namelijk wél altijd nieuw. De op latere leeftijd vergroeide voeten van een vriendin, door het structureel dragen van te kleine of verkeerde schoenen in haar kindertijd, hebben op mij veel indruk gemaakt. Als het even kan wil ik mijn kinderen daarvoor behoeden.

Maar goed, ik heb een kledingpakket gescoord en ik kan het pakket direct ophalen als ik wil. Ik check de tijd, want ik moet zo de kinderen van school halen, maar constateer dat ik net genoeg tijd heb om deze «vangst» binnen te halen.

Bereik

Ik rijd naar het dichtstbijzijnde pinautomaat bij de supermarkt, maar deze is buiten werking zie ik zodra ik de supermarkt binnen loop. Natuurlijk. Zul je altijd zien. Als je haast hebt, functioneert er tenslotte als gouden regel niets meer zoals het hoort. Ik zoek op mijn telefoon naar een tweede pinautomaat in de buurt. Zo verschrikkelijk handig die mobiele minicomputers. Hoe ze zich daar vroeger zonder wisten te redden? Wij zijn inmiddels reddeloos verloren en hopeloos beperkt zonder dat kleine wonderdoosje. Maar dan moet je natuurlijk wel internet hebben. En dat ontbreekt er soms een beetje aan hier. Zoals nu bijvoorbeeld. Ik stap uit de auto en loop een rondje over de parkeerplaats, zoekend naar een plekje met beter bereik voor mijn telefoon. Het lijkt net alsof ik aan het Pokémon-vangen ben. Het duurt even, maar uiteindelijk vind ik bereik naast een glascontainer. Onder het genot van de walm van verschaald bier dat uit de glasbak siepelt Google ik naar de dichtstbijzijnde pinautomaat. Gevonden. Bij de “discriminerende” bank, dat wel, maar wat maakt het uit. Ik hoef alleen maar te pinnen.

Afgewezen

Deze lokale bank, hebben wij namelijk als eerste benaderd toen wij op zoek waren naar een bank in Noorwegen. Wel zo makkelijk en lekker dichtbij, dachten we. Telefonisch en in mijn beste Noors (wat wás ik trots op mezelf dat het me lukte om mezelf in zo’n korte tijd verstaanbaar te maken in het Noors) wilde ik een afspraak maken bij hun op kantoor om klant te worden en gelijk de benodigde verzekeringen door te nemen, zoals bijvoorbeeld de inboedelverzekering. Ook wilden we de mogelijkheden doornemen voor de eventuele koop van een huis hier in Noorwegen. En goeie, nieuwe klant zou je toch zeggen. De moeite van hun tijd waard. Maar zodra ze hoorde dat ik geen vloeiend Noors sprak, verwees ze me zonder pardon door naar de concurrentie, de DNB bank in Lillestrøm, maar liefst een uur rijden verderop. Zij namen namelijk geen klanten aan die niet zo goed Noors konden spreken. Dus. Poeff, daar ging mijn zelfvertrouwen. Mijn ego liep een flinke buts in de lak op. Zó slecht was het toch niet?!

Sprakeloos

Ik was zachtgezegd verbluft. Stomverbaasd. Flabbergasted. Ik kon geen woord meer uitbrengen. Wat natuurlijk mijn zaak geen goed deed. Pas later, nadat ik de telefoon had neergelegd, ging ik nadenken. Mag dit wel? Is dit geen discriminatie? Hoe werkt dat hier? Is dit normaal?

Kleurtje

Dit was de eerste keer dat we de keerzijde van emigreren meemaakten. Wij zijn hier de buitenlander. En geen buitenlandse toerist welteverstaan. En dat wordt met de nodige, afwachtende reserve bekeken. Begrijp me goed. De meeste mensen hier zijn vreselijk vriendelijk en behulpzaam. Maar toch ben je je constant bewust van het feit dat je geen Noor bent. Het gemak waarmee je in Nederland de dingen regelde, wist wat je rechten waren, waar je terecht kon en waar je hulp kan vinden, mocht dat nodig zijn. Het gemak waarmee je in discussie ging, uitlegde wat je wilde, hoe je het wilde, wanneer je het wilde. Het gemak waarmee je een babbeltje maakt met de buurman, de leerkracht of de kapper. Het gemak waarmee je communiceert met klasgenootjes en hun ouders. Al dat soort communicatie is plots energieverslindend, moeizaam, haperend en maakt dat je zelfvertrouwen op een fiks lager pitje komt te staan. (En ik barst al zo van het zelfvertrouwen.)

We hebben gelukkig geen kleurtje en lijken qua uiterlijk erg op de Noren, waardoor we zolang we onze mond houden, het voordeel van de twijfel krijgen, maar zodra we onze mond open doen, word overduidelijk dat wij «buitenlanders « zijn.

Illegaal

Zeker in het begin, doordat het maanden duurde voordat we hier officieel als burger geregistreerd waren in het bevolkingsregister van Noorwegen, moesten we constant bewijzen aan alle instanties dat we hier mochten zijn. We waren illegaal. We woonden niet in Nederland, maar ook nog niet officieel in Noorwegen. We waren vogelvrij. Je kunt je onze opluchting voorstellen toen eindelijk na vier maanden de verlossende brief in de bus viel met de bevestiging van onze officiële registratie in het Noorse bevolkingsregister.

Uitgespuugd

Maar goed. Ik moet pinnen. Ik rijd naar de bank, parkeer de auto en loop naar het pinautomaat. Ik steek de pas in de machine, toets mijn pincode in en… huh?! Mijn pinpas wordt resoluut weer uit de machine geschoven. Geïrriteerd duw ik mijn pinpas weer in het pinapparaat. Wat nu weer? Ik kijk op mijn horloge en zie dat ik me nu écht moet haasten. Waarom mijn pinpas wordt uitgespuugd is mij een raadsel. Ik check of er niet één of andere verborgen kastje op het pinplateau zit. Het ding zal toch niet gehacked zijn? Nee, alles ziet er naar behoren uit. Ik toets weer mijn pincode in en alweer douwt het apparaat mijn pinpas er zonder pardon weer uit. Er staat geen melding of waarschuwing op het scherm, dus ik moet maar gissen, waarom dat pokkeding mijn pas zo walgend uitspuugt.

Klantvriendelijk

Weer kijk ik op mijn horloge, aarzel even, maar loop dan toch de bank binnen. Er is niemand bij de balie. Ik zoek tevergeefs naar iets van een bel op de balie, tuur of ik iemand ontwaar achter de geblindeerde ramen van de kantoren en sta op het punt om zomaar ergens op een deur te kloppen, wanneer er uit het niets een man tevoorschijn komt. Enthousiast komt hij vriendelijke lachend aan gelopen. Aan zijn hele houding kan je zien, dat hij hoopt die onbekende nieuwe klant binnen te halen. Ijverig vraagt hij waarmee hij me kan helpen.

Zweet

Ik begin te hakkelen in mijn beste Noors. Doordat ik zo gehaast en gestrest ben, wil dat niet zo best lukken. Zijn houding en zijn blik verandert op slag. Wantrouwen, argwaan en ergernis druipt van zijn gezicht. Weer zo’n buitenlander die de taal niet spreekt. Ik voel dat mijn lichaam, zonder dat ik er controle over heb, in de verdediging schiet. Ik kleur tot ver achter mijn oren, begin te zweten en van mijn Noors blijft helemaal niets fatsoenlijks over.

Blut

Toch weet ik hem duidelijk te maken dat het pinautomaat buiten niet werkt.

‘Dan heb je niet genoeg geld op de rekening, ‘zegt hij beslist.

Dat heb ik wel, dat weet ik heel zeker, verzeker ik hem.

‘Heb je de pincode wel juist ingetoetst, is het wel een geldig pasje?

Ja, dat heb ik en ja het is een geldig pasje, hakkel ik.

‘Ben je klant bij ons?’

‘Nee, dat zijn we niet. … Dat wilden jullie niet toen wij klant bij jullie wilden worden. We moesten maar naar een andere bank gaan en terugkomen wanneer we beter Noors konden spreken. Wat bovendien volgens mij een grondige reden is om jullie aan te klagen voor discriminatie, mocht ik dat willen.’ denk ik er bijna hardop achteraan, maar zeg het uiteindelijk niet. Dat zou zorgen voor een zinloze discussie en ik moet nu geld pinnen. Ik heb haast. Er wordt op me gewacht.

Beschaamd

Even blijft het stil. Je ziet hem gewoon denken of hij hier nog wel een kostbare minuut aan wil verspillen. Dan loopt hij zuchtend naar een kantoor, grabbelt daar wat in de la, loopt naar buiten met mij in zijn kielzog en test het pinapparaat. Met een gezicht waarop geschreven staat: dacht-ik-het-niet, draait hij zich even later om en zegt met een zelfvoldaan trekje om zijn lippen, dat het apparaat gewoon naar behoren werkt en dat ik maar contact op moet nemen met mijn eigen bank. Waarschijnlijk heb ik niet genoeg saldo. Vervolgens beent hij weg, mij beschaamd achter latend bij het pinapparaat.

Ik voel me een halve crimineel. Een armoedzaaier. Een nietsnut. Met de staart tussen mijn benen loop ik naar mijn auto. Terwijl ik ga zitten, vis ik mijn mobiel uit mijn zak en sms de mevrouw van het kledingpakket dat er wat tussen is gekomen en dat ik wat later kom.

Verspilde energie.

Dan Google ik de DNB, de bank waar wij wél klant mochten zijn. Al snel vind ik wat ik zocht. Er is blijkbaar een storing bij de bank, waardoor er tijdelijk niet gepind kan worden. Zie je wel! Ik overweeg even de bank weer binnen te stormen om deze melding te laten zien, om te bewijzen dat ik geen armoedzaaier ben, dat ik wél genoeg tegoed heb en dat zijn indruk van mij verkeerd is, maar besluit dan dat het de moeite niet waard is. Waarschijnlijk helpt het ook niet. Verspilde energie.

Moe

Als ik er later over na denk begrijp ik het wel een beetje. Die vermoeidheid over de zoveelste buitenlander die de taal niet spreekt en er niets van snapt. Ik snap dat je daar wat moe van wordt. Maar dat betekent toch nog niet dat ze allemaal niet deugen? Je hoeft toch niet iedereen over één kam te scheren? Er gaat bijna geen dag voorbij dat we niet op de een of andere manier aan de studie zijn om de taal te leren en te integreren in Noorwegen. Alleen dat lukt niet in 1 dag. Dat kost tijd. En zo zijn we aanbeland bij mijn favoriete discussieonderwerp als ik spreek met Wilders-fanaten. Alleen dit keer moet ik mezelf verdedigen.

Bevooroordeeld

Helaas is er in Noorwegen ook sprake van nationalisme en discriminatie. Natuurlijk. Waar niet. Je superieur voelen aan een ander is een mondiale zwakte. Ik had alleen nooit gedacht dat wij hier ook mee te maken zouden krijgen. We zijn tenslotte keurige, werkende, belasting betalende Nederlanders die geen gebruik maken van bijstandsuitkeringen of soortgelijke overheidsgelden, die geen schulden hebben en keurig alle rekeningen op tijd betalen en die geen geloof in het een of ander aanhangen, dus daar ook niemand mee lastig vallen? Die onvrede over buitenlanders kan toch nooit op ons gericht zijn? Ik realiseer me ineens dat ik onbewust ook bevooroordeeld was en me een beetje superieur voelde. Maar zodra je om één of andere reden aan de andere kant komt te staan, begin je pas een beetje te begrijpen hoe moeilijk het kan zijn om te integreren in een ander land en de taal meester te worden. Het is voor ons al moeilijk en dan verschilt Noorwegen niet ontzettend veel van Nederland. Laat staan als je vanuit een oorlogssituatie moet vluchten. Wij hebben zélf hiervoor gekozen. Velen hebben geen keuze, als ze moeten vluchten uit hun land, omdat blijven eenvoudigweg hun dood betekent.

Vertrouwen

Ik bel de mevrouw van het kledingpakket en leg de situatie uit. De mevrouw sust mijn verontschuldiging weg en zegt dat ik dan maar later het geld moet brengen. Geen probleem. ‘Kom het pakket maar halen en betaal maar wanneer je weer kunt pinnen. Ikke noe problem.’ Blij en opgelucht trek ik op en rij bij de bank weg. Hoezo wantrouwend, die Noren. Op bijna alle andere terreinen is de Noorse samenleving nog gebaseerd op vértrouwen in plaats van wantrouwen. Deuren gaan niet op slot, je kunt onbeperkt gratis lenen in de bibliotheek, er staan geen schuttingen of hekken om de tuinen en een wildvreemde kan zonder te betalen een gekocht kledingpakket meenemen. Het leven is hier goed. Nu nog als de sodemieter die taal onder de knie krijgen!

Spread the love

6 gedachten over “Vértrouwen

    1. Dank je Evalie! Super lief van je! Ja, inderdaad, het duurde enkele uren voordat ik dat beklemde en nare gevoel een beetje van me af kon schudden. Gelukkig gebeurt me dat niet elke dag! 😉

Geef een antwoord

Specify Google Client ID and Secret in the Super Socializer > Social Login section in the admin panel for Google Login to work

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.